Parochie Moeder Gods Bescherming

geschiedenis van de russisch-orthodoxe kerk in het buitenland

Geschiedenis van de Russisch-Orthodoxe Kerk in het Buitenland

Een eeuw Russische Orthodoxie in de diaspora

EEN LEVEND ERFGOED

De Kerk in het buitenland: Een eeuw van leven en zending in de diaspora

Ons bisdom is gewijd aan het erfgoed van de Russisch-Orthodoxe Kerk in het Buitenland, die de tradities van de pre-revolutionaire Russisch-Orthodoxe praktijk in de afgelopen eeuw in verschillende regio’s van de diaspora in stand heeft gehouden.

Het past ieder lid van de Kerk in het Buitenland iets te willen weten van haar geschiedenis, en in het bijzonder van het leven en pastorale werk van haar eerste hiërarchen, die vanaf de stichting van de ROCOR haar geleid hebben in het handhaven van een hartgrondige trouw aan het ascetische, spirituele, liturgische en theologische erfgoed van de oude Russische Orthodoxie, en aan wie de huidige generatie orthodoxe christenen in de diaspora een diepe toewijding onderhoudt.

DE VORMING VAN DE KERK IN HET BUITENLAND

Hoe werd de Russische Kerk in het Buitenland gevormd? In november 1920, na de goddeloze revolutie in de Russische landen, gaven vele Russisch-orthodoxe volkeren, hoewel politiek verslagen, zich niet over. Zij verlieten de grenzen van hun geliefde land: honderdduizenden officieren en soldaten, Kozakken en boeren, landeigenaren en arbeiders – allen gingen in ballingschap na de gevangenneming van hun Vaderland. Met hen vertrokken ook de geestelijken die hen verzorgden; en die aartsbisschoppen, bisschoppen, priesters en geestelijken vertrokken niet in wanorde uit hun vaderland. Vóór hun vertrek vormden zij, met de zegen van de Heilige Hiërarch St. Tichon, Patriarch en Belijder van geheel Rusland, wat eerst bekend stond als de “Voorlopige Opperste Kerkelijke Autoriteit van Zuid-Oost Rusland”.

Wat konden deze vertegenwoordigers van de Russische Kerk doen, nu zij zich in het buitenland bevonden? Geleid door liefde voor de vervolgde Moederkerk en door Canon 39 van het Zesde Oecumenische Concilie (dat handelt over een soortgelijke situatie, toen een deel van de bevolking van Cyprus hun land moest verlaten, omdat zij “bevrijd waren van de heidense slavernij”), vormden de Russische hiërarchen de Hoge Kerkelijke Administratie in het Buitenland. Bovendien zonden de Heilige Hiërarch St. Tichon en de Heilige Synode waarvan hij voorzitter was, daarna aan de vertrokken geëmigreerde massa’s de beroemde Richtlijn № 362, gedateerd 7/20 november 1920, die door God ingegeven bleek te zijn. De hiërarchen in het buitenland zetten de eerste stappen van hun bijzondere dienst in Constantinopel, nadat zij de zegen hadden ontvangen van de Locum Tenens van de Oecumenische Troon, Metropoliet Dorotheos (Mammelis), die destijds eerbiedig schreef aan Metropoliet Anthony (Khrapovitsky) van Kiev & Galicië, aldus ‘Het Patriarchaat staat elke onderneming onder uw leiding toe, want het Patriarchaat weet dat Uwe Eminentie geen oncanonieke daad zal begaan’. Later werd deze Opperste Kerkelijke Administratie in het Buitenland, omgevormd tot de Russische Kerk in het Buitenland, overgebracht naar Servië, waar zij terecht kwam onder de waarlijk broederlijke bescherming van de Servisch-Orthodoxe Kerk, met wie wij nu een groot aantal priesters en leraren delen.

Toen patriarch Gregori VII van Constantinopel in 1924 zijn steun uitsprak voor het schisma van de “Levende Kerk” en eiste dat de Heilige Hiërarch en Belijder St. Tikhon “onmiddellijk zou vertrekken uit het bestuur van de Kerk”, begrepen velen de vurige wens van de hiërarchen van de Russische Kerk in het Buitenland om niet op te gaan in de bestaande plaatselijke Kerken, maar om op alle mogelijke manieren te streven naar het behoud van hun levende en organische banden met de vervolgde Kerk in Rusland. Sindsdien heeft de Russische Kerk in het Buitenland het leven van de Kerk in het vaderland met een scherp, liefdevol en toegewijd oog gevolgd, zich verheugend over haar successen, treurend over haar beproevingen, en luidkeels getuigenis afleggend van haar lijden, de ascetische en martelaarsstrijd eerbiedigend van hen die onbevreesd in de naam van Christus de dood tegemoet gingen. Tegelijkertijd is zij voor de mensen in de diaspora een echte “plaatselijke” Kerk geworden, die haar oorspronkelijke missie van zorg voor Russen in het buitenland heeft uitgebreid tot een bredere missie van het brengen van het oude, maar levendige, Russisch-orthodoxe geloof naar de plaatselijke bevolking van de vele landen in de diaspora waar zij nu al een eeuw woont en werkt.

BIDDEND STILSTAAN BIJ HET EERSTE EEUWFEEST VAN DE KERK IN HET BUITENLAND

Het jaar 2020 markeert dus precies 100 jaar sinds het begin van de Kerk in het Buitenland, en in al onze bisdommen staan we biddend stil bij deze glorieuze verjaardag. Daarbij vieren wij noch de verschrikkelijke gebeurtenissen die ertoe hebben geleid dat zoveel Russisch-orthodoxen op vreemde bodem terecht zijn gekomen, noch de bittere verdeeldheid van de Moederkerk die zo lang aan vervolgingen werd blootgesteld; veeleer verheffen wij onze vreugdevolle dank aan God, die overvloedig Zijn overvloedige barmhartigheden over ons heeft uitgestort, en eren wij biddend onze voorouders, die in complexe omstandigheden in het buitenland de standaard van onze heilige Russische Orthodoxie hoog hielden en ons deze grote erfenis hebben doorgegeven. Mogen de lampen op hun graven nooit gedoofd worden!

Elke herdenking moet ieder van ons ertoe aanzetten zich opnieuw te interesseren voor onze geschiedenis en te denken aan de individuele mensen die wij herdenken. Alleen deze benadering van het jubileumfeest, gecombineerd met gebed en een nederige hoop op Gods hulp, zal ons een vernieuwing schenken van ons hart, van al onze krachten, en van al de wegen van onze bescheiden dienst aan God en de mens.

Mogen onze heilige vaders onder de heiligen: St. Johan, aartsbisschop van Shanghai, wonderdoener van San Francisco (die elf jaar lang regeerend bisschop van dit bisdom was); St. Jona, bisschop van Hankou in Mantsjoerije; de Heilige Hierarch Seraphim (Sobolev) en de Martelaar Alexander Schmorell, evenals de vele ‘alledaagse heiligen’ onder onze voorouders, onze voorbidders zijn bij deze vernieuwing! Wij nodigen alle gelovigen uit om zich meer vertrouwd te maken met de namen en levens van onze eerste hiërarchen, die ons hebben geleid – en nog steeds leiden – in een leven van heiligheid.

NAAR EEN TWEEDE EEUW

Nu wij in 2020 het honderdjarig jubileum vieren, treedt onze dierbare Russisch-Orthodoxe Kerk in het Buitenland tegelijkertijd de tweede eeuw van haar bestaan binnen. Hoewel de politieke en culturele omstandigheden in de wereld sinds 1920 sterk zijn veranderd, worden wij geconfronteerd met een niet minder grote roep om behoud en uitbreiding van onze zending in de diaspora.

De ondertekening van de ‘Acte van Canonieke Gemeenschap’ in mei 2007 bracht de twee delen van de Russisch-Orthodoxe Kerk samen die sinds de tijd van de bolsjewistische revolutie van elkaar gescheiden waren – en herstelde de volledige banden van broederlijke liefde tussen de door God vernieuwde kerk in Rusland en de Kerk in het Buitenland. In 2017 vierden we tien jaar sinds dit door God geboden herstel van volledige eenheid binnen onze Kerk, en markeerden we met vreugde de sterke relaties die nu bestaan tussen de ROCOR en de patriarchale parochies en bisdommen over de hele wereld. Binnen ons eigen bisdom onderhouden we de nauwste betrekkingen met de verschillende bisdommen van het Patriarchaat in deze regio’s.

Nu we de tweede eeuw van haar bestaan en zending ingaan, is de Russisch-Orthodoxe Kerk in het Buitenland (ROCOR), binnen de Russisch-Orthodoxe Kerk als geheel, een zelfbesturende kerk met een eigen bisschoppensynode, met hoofdzetel in New York. De eerste hiërarch is Zijne Eminentie Metropoliet Nikolai van Oost-Amerika en New York, en de ROCOR omvat bisdommen in de Verenigde Staten van Amerika, Canada, Midden- en Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland – en natuurlijk ons eigen bisdom van Groot-Brittannië en West-Europa, samen met ons zusterdisdom Duitsland, dat ook Oostenrijk en de Scandinavische landen omvat. In al onze gebieden getuigt de ROCOR van tradities die geërfd zijn uit de pre-revolutionaire geschiedenis van het Heilige Rusland, met zijn eigen liturgische en pastorale gebruiken die een belangrijk, uniek onderdeel vormen van het levendige getuigenis van de Russisch-Orthodoxe eenheid over de hele wereld. De eeuwenlange geschiedenis als kerk in de diaspora betekent dat wij ons volledig inzetten voor het leven van de orthodoxie dat de ons omringende culturen in verschillende delen van de wereld omarmt. De ROCOR heeft altijd een levendige missionaire geest gehad, en heeft die nog steeds, en streeft ernaar zowel de Russisch-orthodoxe christenen buiten Rusland te ondersteunen, als het evangelie van Christus te verspreiden onder de volkeren van een groot aantal landen, door alle mensen te betrekken bij de Kerk van Christus, het Geloof van de Apostelen en het Leven van de Heilige Vaders.

EERSTE HIËRARCHEN VAN DE KERK IN HET BUITENLAND

Hieronder volgen de eerste hiërarchen die de Russisch-Orthodoxe Kerk in het Buitenland hebben bestuurd sinds haar stichting honderd jaar geleden.

Bron: https://orthodox-europe.org/english/diocese/

error: Content is protected.